'Kijk mama onze trein kómt, ik zie
steeds meer van dat geel!' Ik kijk naar een kleine jongen. Stevig aan
de hand van zijn moeder, mag hij voorover hangen om langs de rails te
kijken. Ik zit hier maar wat en wacht op mijn eigen vertraagde trein:
tijdwinst die me getuige maakt van dit unieke bericht, dat steeds
meer geel betekent groter worden, dichterbij komen
De huizen, de bomen en de kerk waren
kleiner als je van de heuvel af weer naar beneden liep...De
zilvervliegjes in de zomerlucht, klein als het speldje dat mijn zusje
droeg en toch waren ze – dat was verteld – groter dan een
autobus. En de sterrenstipjes in de avondhemel, de eerste keer dat ze
verteld hadden hoe groot sterren zijn: wat waren dan nog die gaatjes
in het zwart? En de aarde was rond, toch viel je er niet af. Als een
vlieg op een sinaasappel hing je aan de aarde...Wat was echt, in een
wereld die nog dagelijks anders werd, door wat men je vertelde?
Ik schrik op van
een doorgaande trein. Een vlaag geel. Veel geel. Voorbijschietend
struif.
Gelukkig was dat
kind al eerder veilig ingestapt: kleiner wordend geel in de verte
de man op de bank
heeft zijn trein gemist - tijd zat
hij is ver van huis
*) Eerder gepubl. In 'Reis
door de dag', een boekje met haibuns, uitg. 't Schrijverke, Den
Bosch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten