donderdag 27 december 2012

Kerstverhaal: Een kijkje in de hemel


Het schemert, ik ben alleen in de woonkamer. De straatlantaarns gaan al aan en verlichten de geparkeerde auto's.Buren met opgroeiende kinderen beschikken soms al over twee of meer. Het zet me aan het denken,  over de overvloed die ons omgeeft, ondanks steeds vaker gesignaleerde armoede. Ik doe de televisie aan voor het nieuws. Eerst de oorlog in Syrië, dan een onderzoek, over het fileprobleem. Nu springt mijn overleden kat, die af en toe 'doorkomt', geruisloos naast me en zegt: 'Zet die TV eens uit, dan zal ik zal je een verhaal vertellen:

Een man heeft in zijn droom een helemaal-dood – ervaring. Hij mag een kijkje in de hemel nemen. Wat hij dan ziet geeft hem nou niet direct een hemels gevoel: het lijkt veel op de gewone wereld, hij ziet mensen gaan die een winkelkarretje voortduwen, in een eindeloze rij. Waarom doen ze dat? vraagt hij.
Dit is pas het voorportaal, zegt Petrus de Poortwachter. Voor ze de hemel in kunnen, moeten ze eerst alles terugbrengen.
Wat ligt er dan in die karretjes? vraagt de man.
Alles wat ze in hun leven teveel hebben aangeschaft, zegt Petrus. De man ziet nu een gedeelte van de rij met karretjes dichter langs schuiven, als uitvergroot. Ze hebben allemaal naambordjes. Op één karretje leest hij: ‘argumenten’. Op een ander staat: ‘meningen’. Op weer een ander: ’relaties’. Op een volgende kar: ‘voornemens’. Dan: ‘pretenties’. En ‘eigendunk’. En ‘status’. En 'respect'. Zo gaat dat een hele tijd door.
Hoe lang duurt deze file? vraagt hij aan een jonge vrouw met het karretje ‘extreme make-over’.
Geen idee, zegt ze. Ik sta hier zelf pas een jaar of tien.
Ik wist niet dat we dat allemaal bij leven inkopen, zegt de man. En nog minder, dat we het ook weer kwijt moeten zien te raken vóór de Grote Oversteek.’

Nu zwijgt mijn kat, zoals alleen een kat kan zwijgen. Ik geloof dat ik zelf ook eens zo'n droom heb gehad, mompel ik. Maar mijn probleem is, wanneer je met dat terugbrengen moet beginnen. En waar moet alles naar toe? Kringloopwinkel? Marktplaats? Stort? En, werkelijk alles? Je hebt toch een hoop dingen nodig zolang je nog volop in het leven staat?
‘Niet zeuren. Opruimen, weggeven. Begin er mee.’
En wat hou ik over?
‘Ruimte. En stilte'.
?
'Zet om een idee te krijgen van ruimte – en stilte – de tv maar weer eens aan... op DRIE, ja. Juist, en nu zonder geluid.’
Inderdaad zeg, frappant. Ik wist niet dat stilte zo opvalt als je alleen de beelden ziet. Televisie als stiltebron.
Hij glimlacht weer. Dan verdwijnt hij geluidloos achter het half open gordijn. Nog lang denk ik dat hij daar zit

hij zingt zijn mantra
mijn kat in de vensterbank
spint eigen geluk

dinsdag 4 december 2012

Kleiner worden *)




Onlangs moest ik mijn pas laten vernieuwen. Toen de vriendelijke man aan de balie mijn lengtemaat uit de oude pas automatisch wilde overschrijven, heb ik ingegrepen. Een daad van deemoed. De houten meetpaal met schuifsysteem – huiveringwekkende gelijkenis met een wurgpaal - in de hal van ons gemeentehuis stelde mij in het gelijk. Ik vermoedde het al, er moest vijf centimeter af.
Wachtend op het bankje voor verdere afhandeling bedenk ik dat ik krimp, terwijl ik toch ook nog groeien wil. Hoe moet dat nou met mij?

‘Ruimte maken’, hoor ik als ik later die dag achter mijn laptop zit.
Ik herken het geluid. Als van opstekende wind. Het is mijn kat. Al jaren dood, komt ze af en toe nog door als het gaat schemeren. Altijd blijkt hij slimmer dan ik zelf.
Welke ruimte bedoelt hij? Ah! Mijn hoofd is nog te vol. Het dagelijkse nieuws, de e-mails, de sociale media, de oorlog en de crisis: alles vraagt om mijn mening, mijn standpunt. Dat geeft een vol gevoel en dat maakt ook kleiner. Denk maar eens aan een kamer die je leegruimt, ze lijkt dan opeens veel groter.

Maar hoe doe je dat met je hoofd?

‘Niet meer op alles reageren’, hoor ik, terwijl de witte gestalte langzaam duidelijker wordt. De zwarte plek op zijn schedel doet denken aan een keppeltje.
Wat is er mis met reageren, rabbi?
Hij springt nu geluidloos op tafel, zodat we op gelijke hoogte kunnen communiceren. De voorpootjes zorgvuldig naast elkaar, slaat hij zijn staart er om heen en zegt:
‘Je wilt nog te snel en te vaak het woord nemen. Zo stop je er telkens weer wat bij.’
Ik kan maar net vermijden hem van repliek te dienen. Dan glimlacht mijn kat en lost langzaam op, als de damp uit een theeketel

zacht en geluidloos
gaat de deur open, de wind
speelt voor kat

*) Gepubliceerd in 'Vuursteen', Vlaams-Nederlands tijdschrift voor haiku e.z., lente 2013