‘Praat jij ook in jezelf?’
Vertrouwelijke toon, verrassend dichtbij. Een krantenjongen buiten dienst, te zien aan de grote gele slobbertassen, is naast me komen fietsen. Kennelijk heeft hij nog net mijn mond zien bewegen.
‘Nee, ik zong’.
‘O’.
Zwijgend fietsen we verder. Ongewoon.
Zou er iets met hem aan de hand zijn?
‘Ik kán niet zingen,’ zegt hij na
een tijdje.
‘O’.
Eén-letter woord, ik nu. In de
ontstane stilte hoor ik mijn fiets piepen, het geluid is me niet
eerder opgevallen.
Kranten rondbrengen lijkt me geen leuke
baan. Geen zwijgender types dan krantenjongens en -meisjes. Zingen ze
niet? Op de fiets gaat dat toch vanzelf, je waant je onbeluisterd. Ik
zie het wel meer mensen doen, maar dan altijd meisjes, en zeker geen
krantenjongens.
Als mij iemand kan horen ga ik over op
fluiten. In een koor zingen is gemakkelijker; of in een café als
iemand stevig heeft ingenomen. ’s Nachts op straat ‘zingen’
lijkt voor sommige hoger opgeleiden geen kunst. Maar overdag in je
eentje is zingen verdacht. Het betekent dat je nog kind bent, of
gestoord. Normale volwassenen leven in stilte als ze alleen zijn,
dwars door alle lawaai van verkeer en apparaten heen.
Was dat altijd
al zo? De glazenwassers zijn sinds lang verstomd, er klinken geen
aria’s meer vanaf de bouw, de nieuwe postbodes benen zwijgend
voort, hun stationair draaiende scooter wachtend op de hoek van de
straat. 's Zomers hoor je wel stemmen, maar zelden zingen ze. En
zwijgend passeren we elkaar in de stad.
Overigens hoeft geluid maken voor mij
niet altijd. Onlangs bij een concert, was daar weer de grijzende man
die luid ‘bravo!’ roept als de laatste noot verklonken is. Raar;
maar toch minder kwellend dan het puberale vingerfluiten dat er op
volgt: vroeger afkeuring, nu waardering, schijnt het. Klappen is
beter te verdragen; zoals het geroffel van een primitieve stam,
barsten wij los in applaus.
Stilte laten horen als je geraakt bent
zou veel mooier zijn.
Maar hoe verdraag je de stilte van een
onbekende die zwijgend naast je fietst?
'Als wij nou eens het goede voorbeeld
geven', probeer ik. 'Gewoon zingen als we zin hebben. Wat vindt jij?'
jongen op de fiets
plotseling harder trappend
om niets, om alles