zaterdag 19 mei 2012

Voor het slapen gaan



's Avonds gaan we altijd even met de hond wandelen. We hebben een vaste route, maar soms voert hij ons een zijpad in. Hij kijkt nadrukkelijk die kant op, dan naar ons, zonder te kwispelen, en wacht of we besluiten hem te volgen. Dit keer gaat het langs de gemeentelijke begraafplaats. Na wat snuffelwerk doet hij er een langzame plas. Vervolgens passeren we nog een rij vakantiehuisjes, waarna we langs een doorgaans drukke straatweg terug moeten. Nu is het er doodstil. Geen verkeer. Het is koud en het regent. In de huizen brandt warm licht. we zijn de enige voorbijgangers.
Toch niet, blijkt: een lange heer passeert ons zonder groeten. We zien hem gaan in het licht van de straatlantaarns. Nu stopt hij... alsof hij zich iets herinnert. Bij onze nadering kijkt hij op. Vormelijk vraagt hij 'mag ik u iets vragen?' en als we knikken: 'Weet u waarom deze weg De Traay heet...'. We zwijgen verrast. Ondertussen ruist de regen op zijn grote zwarte paraplu, als op een tentzeil. “Brandgang door het bos?”, opper ik. Hij knikt.
Wist hij het zelf dan? Pedant of beleefd, lijkt hij een spelletje met ons te willen spelen. 'Komt u uit een ander land?' vraag ik lukraak. 'Neeeh'... Bedachtzaam noemt hij een stad; 'maar ik heb in dit dorp gewoond'.
De straat die hij desgevraagd noemt is zeker drie kwartier lopen van waar we zijn.
'Ik ben er vanavond nog langs geweest. Een mooi huis, nog altijd, met dat rieten dak. 'Maar er was niemand thuis'.
Het klinkt peinzend. Hij zwijgt weer, als in gedachten. Wij doen het hem na. Dan loopt hij met grote passen verder.
We laten hem een eind voor ons uitgaan.
'Dat was een geest', fluistert mijn vrouw.
Zwijgend lopen we door, we hebben opeens haast. De hond trekt aan de riem
 
hier was ik eerder
wandelend door de regen
zo vreemd vertrouwd


Geen opmerkingen:

Een reactie posten