vrijdag 10 januari 2014

Jaarbegin


Wat brengt het nieuwe jaar?
Een vogel fluit wie weet wie weet
duiven koeren morse

De witgrijze lucht was eerst nog leeg. Dan is ze, heel kort, vol zoevende duiven!
Alsof één keer met de ogen knipperen ze geluidloos opriep.
Ze komen niet van een verre reis, weet ik, ook in de winter laat een buurman ze wel eens uit. Ze vliegen dan in wijde cirkels door de hemel boven onze straat.
Het moment van weer op ‘de slag’ vallen wordt bepaald door lokgeluiden en voer strooien. De ‘slag’, dat is het hok bij de buurman, die duiven ‘melkt’. Dadelijk zullen ze… zoeff, daar waren ze weer. Ik kan niet zeggen ‘zijn’, omdat het zo snel gaat, dat het is, of ze zichzelf uitwissen. Ze lijken met een krachtcentrum verbonden, van waaruit ze worden rondgezwaaid, daar staat een reus die ze aan zijn onzichtbaar touw rondzwiert. Hoe kunnen ze anders zo in formatie vliegen? Piloten moeten daar lang voor oefenen, deze dieren doen het uit instinct.
Nu blijven ze weg. Ik wacht. Dat is ze in elk geval gelukt. Verwachting wekken. Maar ik weet, dat zij nu alweer bij het zojuist gestrooide voer zitten.

Van de zomer heb ik mijn buurman eens gevraagd of zijn dierbare duiven veel te vertellen hebben na een reis. ‘Tja, zo klinkt het wel’, zei hij. ‘Ze koeren wat af’.
Als ik al een onthulling verwachtte: hij verstaat ze niet, zag ik aan de manier waarop hij keek. Hij ‘melkt’ ze alleen maar.
Dit jaar ga ik zelf op onderzoek; naar dit geheim en nog veel meer

mijn plek bij het raam
overvliegende duiven
vegen de lucht schoon

(Eerder verschenen in Schreef, blad van Taalpodium)

2 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor je reactie Wim! Ik krijg een mededeling dat de auteur (ik) je reactie verwijderd heeft...Dat moet een ongelukje zijn. Ik was er verguld mee.

    BeantwoordenVerwijderen